Einde geregistreerd partnerschap

Als een geregistreerd partnerschap eindigt, blijven de partners een aantal rechten en plichten ten opzichte van elkaar houden. De onderhoudsplicht en de verdeling van de pensioenrechten zijn belangrijke voorbeelden. De financieel draagkrachtige partner heeft een onderhoudsplicht ten opzichte van de andere partner. Er is wat dat betreft geen verschil tussen huwelijk en geregistreerd partnerschap. Aan de beëindiging van een geregistreerd partnerschap komt altijd een officiële instantie te pas: de rechter en/of de burgerlijke stand.

Een geregistreerd partnerschap kan bij wederzijds goedvinden ook buiten de rechter om eindigen. Dit wederzijds goedvinden moet dan wel aantoonbaar en goed geregeld zijn. De partners moeten daarom een overeenkomst opstellen bij een advocaat of mediator, waarin zij bevestigen dat zij het partnerschap willen beëindigen en waarin goede afspraken worden gemaakt over de verdeling van bezittingen, alimentatie, enzovoorts. Deze overeenkomst moet worden ingeschreven in het register bij de burgerlijke stand. Pas dan is het geregistreerd partnerschap beëindigd.

Ook een geregistreerd partnerschap met internationale aspecten kan in Nederland buiten de rechter om worden beëindigd. De Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap stelt enige regels aan de bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand om de verklaringen van de partners in te schrijven. Op die gronden is in beginsel het Nederlandse recht van toepassing. Partijen kunnen echter gezamenlijk kiezen voor het recht van het land waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan. Een in het buitenland tot stand gekomen beëindiging van een geregistreerd partnerschap wordt in beginsel erkend. Omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap kan niet meer sinds 1 maart 2009.

Wij kunnen u behulpzaam zijn bij de beëindiging van uw geregistreerd partnerschap. Meer weten? Neem dan contact met ons op.