Echtgenote is geen erfgename omdat zij nog steeds van tafel en bed was gescheiden

M en V zijn in gemeenschap van goederen met elkaar getrouwd. Uit het huwelijk zijn drie (inmiddels meerderjarige) kinderen geboren: zoon Z1, zoon Z2 en dochter D. In 1992 scheiden M en V van tafel en bed, maar blijven in hetzelfde huis wonen. In 2005 overlijdt M zonder bij testament over zijn nalatenschap te hebben beschikt. Tot de nalatenschap behoren twee onroerende zaken. Volgens de verklaring van erfrecht heeft V krachtens wettelijke verdeling alle goederen van de nalatenschap verkregen. V draagt daarop de ene onroerende zaak over aan Z1 en de andere aan Z2.

Lees meer

Kinderalimentatie en verdiencapaciteit

Uit de affectieve relatie tussen M en V is in 2017 zoon Z geboren, over wie zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. In 2019 beëindigen partijen hun relatie en komen zij co-ouderschap overeen. De rechtbank heeft de door M aan V te betalen kinderalimentatie vastgesteld op € 231 per maand. M gaat in hoger beroep. Daarbij spitst het geschil zich toe op de draagkracht van V.

Lees meer

Ouderlijk gezag is geen privilege waar je zelf afstand van kunt doen

Uit het huwelijk tussen M en V zijn twee (nu nog minderjarige) kinderen geboren, over wie zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. In 2020 wordt het huwelijk door echtscheiding ontbonden. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij V. Tussen hen en M is een beperkte begeleide omgangsregeling (twee uur per week) van kracht, maar daar wordt geen uitvoering aan gegeven. M verzoekt de rechtbank te bepalen dat het gezamenlijk gezag van M en V wordt beëindigd en dat V alleen zal worden belast met het gezag over de kinderen.

Lees meer

Verdeling jongere gemeenschap kan zonder medewerking ‘oudere’ deelgenoten

In 2006 koopt M samen met zijn ouders een woning, waarbij hij voor 1/3 deel eigenaar wordt en zijn ouders voor 2/3 deel. In 2015 trouwt M in gemeenschap van goederen met V. Het 1/3 onverdeeld aandeel in de woning behoort tot de huwelijksgemeenschap. In 2018 gaan M en V feitelijk uiteen, in 2022 wordt hun huwelijk door echtscheiding ontbonden.

Lees meer

Geen partnertarief voor erfgename die op ander adres woonde

M en V hebben een affectieve relatie met elkaar en sluiten op 23 februari 2012 een notariële samenlevingsovereenkomst. Bij die gelegenheid ondertekent M ook een testament, waarin hij V tot zijn enige erfgename benoemt. M en V staan uitsluitend in de periode 10 mei 2013 tot 3 maart 2016 op hetzelfde adres ingeschreven. In 2019 overlijdt M. Zijn testament uit 2012 is nog altijd van kracht.

Lees meer

Man heeft aandeel in onroerende zaken verbeurd

M en V zijn in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Tijdens het huwelijk (respectievelijk in 1995 en in 1996), als partijen al feitelijk uiteen zijn, krijgt M twee appartementen geleverd. In 1997 wordt het huwelijk door echtscheiding ontbonden. Bij de verdeling van de gemeenschap zijn de twee appartementen niet meegenomen.

Lees meer

Vergoedingsrecht is hoger dan bedrag in notarieel samenlevingscontract

M en V hebben een affectieve relatie met elkaar. In mei 2019 kopen zij gezamenlijk een woning. Ter gelegenheid daarvan sluiten zij in juli 2019 een notarieel samenlevingscontract, waarvan artikel 6 luidt: ‘Indien door partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning (…) gezamenlijk wordt verkregen, zal de partij die uit eigen middelen meer dan haar aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald voor het meerdere een vordering hebben op de andere partij. (…)

Lees meer

Hypotheekrecht niet correct gevestigd doordat erfgenaam niet beschikkingsbevoegd was tijdens executele; notaris moet schadevergoeding betalen

Eiseres verstrekte erfgenaam een lening met hypothecaire zekerheidstelling. Notaris heeft in de hypotheekakte niet de executeur, maar de erfgenaam laten tekenen. Gezien artikel 4:145 lid 1 BW was executeur (in plaats van erfgenaam) beschikkingsbevoegd.

Lees meer

Notaris mocht executeur onbevoegd achten om woning zelfstandig te vervreemden

Een executeur heeft een woning verkocht die tot de nalatenschap behoort. Notaris N, die is ingeschakeld voor de levering, is echter uitsluitend bereid zijn medewerking te verlenen als alle erfgenamen hiermee akkoord gaan. In tegenstelling tot de executeur is N van mening dat de executeur niet zelfstandig bevoegd is om de woning te vervreemden, omdat niet is gebleken dat tegeldemaking van de woning nodig is voor de voldoening van schulden van de nalatenschap. Daarmee ontbreekt de bevoegdheid als bedoeld in artikel 4:147 lid 1 BW, aldus N.

Lees meer

Woning behoort zowel tot privévermogen als tot huwelijksgemeenschap

M en V zijn in 2018 met elkaar gehuwd zonder het opmaken van huwelijkse voorwaarden. Op grond van artikel 1:94 e.v. BW betekent dit dat alleen hetgeen zij tijdens hun huwelijk hebben opgebouwd en de goederen die daarvoor aan hen gezamenlijk toebehoorden, tot de gemeenschap behoren. Vermogen, schenkingen en erfenissen van vóór het huwelijk blijven privévermogen. M is eerder gehuwd geweest met X. De (met hypotheek bezwaarde) echtelijke woning waarin M en V wonen, is gemeenschappelijk eigendom van M en X. In 2019 wordt de woning aan M toegedeeld en draagt X haar helft in de eigendom aan M over. In 2022 gaan M en V feitelijk uiteen.

Lees meer