Wet herziening partneralimentatie

Op 21 mei jongstleden heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet herziening partneralimentatie. De verwachting is dat deze wet per 1 januari 2020 in werking zal treden. Wat gaat er veranderen na de inwerkingtreding van de Wet herziening partneralimentatie?

De belangrijkste wijziging is de duur van de partneralimentatie. De maximale alimentatieduur van de huidige twaalf jaar wordt verlaagd naar maximaal vijf jaar vanaf de datum echtscheiding. Uitgangspunt hierbij is dat een partneralimentatieverplichting wordt vastgesteld voor een periode die gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Deze wijziging is ingegeven door de wens van de regering om de financiële onafhankelijkheid van vrouwen te bevorderen.

Er zijn drie uitzonderingen:

1. Als op de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank ingediend wordt het huwelijk langer dan vijftien jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde tien jaar jonger is dan de op dat moment geldende AOW-leeftijd, eindigt de alimentatieverplichting als de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd bereikt. De alimentatietermijn bedraagt in die gevallen dus maximaal tien jaar.

2. Als de alimentatiegerechtigde is geboren op of voor 1 januari 1970 en meer dan tien jaar jonger is dan de op dat moment geldende AOW-leeftijd, en het huwelijk op de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding langer dan vijftien jaar heeft geduurd, eindigt de alimentatieverplichting na tien jaar.

3. Als de kinderen die uit het huwelijk zijn geboren nog niet allemaal de leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt, eindigt de alimentatieverplichting op het moment dat het jongste kind de leeftijd van twaalf jaar bereikt.

Als er een samenloop van omstandigheden is van meerdere uitzonderingen, dan geldt de langste termijn. Alle genoemde termijnen zijn maximale termijnen. De rechter kan op verzoek een kortere termijn vaststellen, net zoals hij dat kan op grond van de huidige wet. Daarnaast blijft het zo dat de draagkracht van de alimentatieplichtige en de behoefte van de alimentatiegerechtigde van belang zijn bij de vraag of een alimentatieverplichting wordt toegekend. Ook daarin verandert het wetsvoorstel niets aan de huidige systematiek.

Naast de uitzonderingen op de nieuwe hoofdregel van vijf jaar, kent het wetsvoorstel ook een hardheidsclausule. Als beëindiging van de alimentatie gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de alimentatiegerechtigde, kan de rechter op verzoek alsnog verlenging van de termijn vaststellen.

De invoering van de wet heeft geen gevolgen voor bestaande alimentatieverplichtingen. Voor alimentatieverplichtingen die zijn vastgesteld voor de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet en in zaken waarin het verzoekschrift tot echtscheiding of wijziging van de partneralimentatie voor die datum is ingediend, blijft de twaalfjaarstermijn gelden. De nieuwe termijn is alleen van toepassing in zaken waarbij het verzoek tot echtscheiding op of na de datum van inwerkingtreding van de wet is ingediend dan wel op alimentatieverplichtingen die op of na die datum tussen partijen overeengekomen worden.

Ga voor informatie over de nieuwe Wet herziening partneralimentatie naar de website van de Eerste Kamer.