Kinderalimentatie: hof had beter moeten motiveren waarom wordt afgeweken van hoofdregel
Uit de affectieve relatie tussen M en V zijn twee (nu nog minderjarige) kinderen geboren, over wie zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. In 2018 beëindigen partijen hun relatie. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij V. Op 19 december 2019 verzoekt M de gemeente toegelaten te worden tot de gemeentelijke schuldhulpverlening ingediend, welk verzoek met ingang van 9 januari 2020 wordt toegewezen. In april van dat jaar worden de kinderen onder toezicht van de GI gesteld. In augustus 2021 worden zij uit huis (bij M) geplaatst. Sedert april 2022 hebben de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij M.