Betaling aan partner is voldoening aan natuurlijke verbintenis. Vrijstelling schenkbelasting.

M is gehuwd en heeft twee kinderen. Zijn echtgenote verblijft in een verzorgingstehuis.

M woont inmiddels ongehuwd samen met P, aan wie hij tweemaal 150.000 euro geeft. Volgens M heeft hij hiermee voldaan aan zijn dringende morele verplichting om P na zijn overlijden verzorgd achter te laten. M is vermogend, P niet. M betrekt P niet substantieel in zijn testament, omdat hij dan grote problemen voorziet met zijn kinderen. In plaats daarvan heeft hij ervoor gekozen om P bij leven al de nodige middelen te verschaffen.

De vraag is of de betalingen aan P belastbare schenkingen zijn.Volgens de rechtbank is dit niet het geval. M heeft voldaan aan een natuurlijke verbintenis (art. 33 sub 12 SW 1956 juncto art. 1 lid 7 SW 1956). De dringende morele verplichting van M om P verzorgd achter te laten, bestaat ook al tijdens de relatie, en niet pas daarna, zoals de inspecteur stelt. Een en ander moet beoordeeld worden naar het moment van het verrichten van de prestatie. Gelet op de omstandigheden – waaronder de behoefte en welstand van M en P en de duur van hun samenleving – heeft M met de betalingen aan zijn verzorgingsverplichting voldaan. Het staat M vrij om deze verplichting tijdens leven al na te komen, in plaats van een voorziening in het testament te treffen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2016:3739