Boedelgevolmachtigde moest rekening en verantwoording afleggen, geldlening aan erfgenaam was na 20 jaar verjaard!

1.  Een erfgenaam heeft van de andere erfgenamen een volmacht gekregen om de nalatenschap te beheren. Volgens de Rechtbank is hij als deelgenoot in een gemeenschap op grond van artikel 3:173 BW verplicht om jaarlijks en in ieder geval bij het einde van zijn beheer rekening en verantwoording te doen wanneer een deelgenoot dat vordert. Een dergelijke vordering behoeft geen bijzondere onderbouwing.

2.  De erflater had in 1987 aan een van de erfgenamen een lening verstrekt, die te allen tijde opeisbaar was met in achtneming van een opzegtermijn van 3 maanden. Volgens de Rechtbank geldt voor deze lening een verjaringstermijn van 20 jaar (artikel 3:307 lid 2 BW), die is gestart in 1987. Daarnaast was aan de erflater een hypotheek verstrekt, zodat ook op grond hiervan die rechtsvordering een verjaringstermijn van 20 jaar had (artikel 3:323 lid 3 BW). De verjaringstermijn van 20 jaar zou wel kunnen zijn verlengd met 5 jaar door stuiting, maar volgens de Rechtbank is niet gebleken dat de erfgenaam door erkenning van de vordering ervoor heeft gezorgd dat de verjaring is gestuit.

Rechtbank Noord-Nederland 19 juli 2017, ECLI_NL_RBNNE_2017_2805