Microsoft moet erfgenamen toegang verlenen tot account overledene

De erfgenamen van X zijn een kort geding gestart tegen Microsoft om toegang te krijgen tot zijn account. Zij hopen hiermee de nalatenschap te kunnen afwikkelen en meer te weten te komen over de omstandigheden van het overlijden van X. Verder willen zij via de e-mails van X zijn kennissen achterhalen, zodat deze kunnen worden geïnformeerd over zijn overlijden.

De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Op grond van artikel 4:182 BW volgen de erfgenamen met het overlijden van X hem van rechtswege op in zijn voor overgang vatbare rechten en in zijn bezit en houderschap. Zij zijn verkrijgers onder algemene titel in de zin van artikel 3:80 BW en zetten de rechtspositie van X voort. Een overeenkomst is een voor overgang vatbaar recht, tenzij (1) de wet anders bepaalt, of (2) uit de overeenkomst zelf anders voortvloeit. De eerste uitzonderingsgrond doet zich hier niet voor. Voor een overeenkomst als de Microsoft Services Agreement (MSA) is op de hoofdregel in de wet geen uitzondering gemaakt, zoals dat wel het geval is voor bepaalde ‘hoogstpersoonlijke’ overeenkomsten als huur, schenking, de arbeidsovereenkomst en dergelijke. Ook de AVG beperkt de vererfbaarheid niet, omdat de AVG in Nederland (in de UAVG) niet van toepassing is verklaard op overleden personen.
De volgende vraag is of de tweede uitzondering zich voordoet. Artikel 6:249 BW bepaalt dat de rechtsgevolgen van een overeenkomst mede gelden voor de rechtverkrijgenden onder algemene titel, tenzij uit de overeenkomst iets anders voortvloeit. In de MSA is hierover niets bepaald. Behalve uit een uitdrukkelijk beding kan echter ook uit de strekking van de overeenkomst voortvloeien dat de contractuele rechtsbetrekking een (te) persoonlijk karakter heeft om te kunnen overgaan onder algemene titel. De strekking van de MSA is dat deze de consument recht geeft op diensten als het faciliteren van e-mailverkeer en het opslaan van berichten en bestanden en dergelijke. Dat daaruit voortvloeit dat de MSA een zodanig persoonlijk karakter heeft dat deze niet kan overgaan onder algemene titel, heeft Microsoft niet aannemelijk gemaakt. Microsoft heeft nog gesteld dat de inhoud van een (e-mail)account geen goed is in de zin van artikel 3:1 BW, maar dat is voor artikel 6:249 BW niet relevant.
Verder heeft Microsoft gesteld dat er persoonsgegevens van derden in het e-mailaccount staan, waarmee zij als verwerkingsverantwoordelijke zorgvuldig moet omgaan. Deze derden zullen auteursrecht hebben op deze e-mails en hun persoonlijke belangen moeten wellicht worden beschermd vanuit het oogpunt van gegevensbescherming. Ook dit verweer faalt. In Nederland bestaat geen wettelijke regeling van digitale nalatenschappen. De Nederlandse situatie lijkt op die in Duitsland. Daar bestaat ook de saisine en is ook geen specifieke wettelijke regeling voor digitale nalatenschappen. Het Bundesgerichtshof (de hoogste Duitse rechter) heeft echter twee standaardarresten gewezen over de toegang van erfgenamen tot een digitaal account van een erflater. In lijn met die arresten oordeelt de voorzieningenrechter dat de rechten uit de MSA van X van rechtswege integraal zijn overgegaan op de erfgenamen. De voorzieningenrechter wijst de vordering van de erfgenamen toe.

Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 1 december 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7090