Twaalfjarige kan zich laten vaccineren

M en V zijn de ouders van hun in 2009 geboren zoon Z, over wie zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. In 2018 wordt M belast met het eenhoofdig gezag over Z. In 2019 wordt Z onder toezicht van de GI gesteld en uit huis (in het huidige gezinshuis) geplaatst. Z wil zich laten vaccineren tegen corona, maar M weigert hiervoor zijn toestemming te geven.

Z verzoekt de kinderrechter hem vervangende toestemming te verlenen om zich tegen Covid-19 te vaccineren. Inmiddels is het ouderlijk gezag van M over Z beëindigd en is de GI benoemd tot voogd over hem. De GI stemt in met het verzoek.

De rechtbank overweegt als volgt. In Nederland kunnen op dit moment kinderen vanaf 12 jaar zich laten vaccineren tegen corona. Z is 12 jaar, zodat hij voor vaccinatie in aanmerking komt. Gezien zijn leeftijd is hiervoor in beginsel de toestemming van de met het gezag belaste vader nodig, maar M wenst niet mee te werken aan vaccinatie van Z. De reden van de weigering is de kinderrechter niet bekend, omdat M geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijk om op de mondelinge behandeling zijn standpunt toe te lichten.
Aan de toestemming van M kan voorbij worden gegaan als dat nodig is om ernstig nadeel voor Z te voorkomen en als hij de vaccinatie blijft wensen (artikel 7:450 lid 1 BW).
De kinderrechter is, gelet op het advies Vaccinatie van adolescenten tegen Covid-19 van de Gezondheidsraad van 29 juni 2021, van oordeel dat met vaccinatie ernstig nadeel bij Z kan worden voorkomen. Daarnaast heeft de kinderrechter uitgebreid met Z en de gezinsvoogd gesproken. Uit deze gesprekken komt naar voren dat Z zich goed heeft ingelezen, dat hij met de gezinshuisouders en de gezinsvoogd over vaccinatie heeft gesproken en dat hij goed over het al dan niet laten vaccineren heeft nagedacht. Het is de kinderrechter gebleken dat Z weloverwogen bij zijn wens tot vaccinatie blijft om persoonlijke redenen (niet ziek willen worden en om mee te kunnen doen aan activiteiten buitenshuis), alsook om redenen dat hij zijn directe omgeving wil beschermen tegen (de gevolgen van) Covid-19. De kinderrechter acht Z voldoende in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.
Gelet op het vorenstaande komt de kinderrechter tot de conclusie dat Z op grond van artikel 7:450 lid 2 BW zich, ook zonder toestemming van M, kan melden bij de GGD en zich kan laten vaccineren tegen corona.

Rechtbank Gelderland 5 november 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:5924