Artikelen door mariska nijssen

No-claimkorting valt niet in huwelijksgemeenschap

M en V zijn in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. In 2016 wordt het huwelijk door echtscheiding ontbonden. De ontbonden huwelijksgemeenschap is nog altijd niet (volledig) verdeeld. V vordert verdeling van de schadevrije jaren (lees: de no-claimkorting) die zijn opgebouwd in de verzekering van de tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behorende auto.

Kinderalimentatie en forfaitaire woonlast

Uit de – in 2015 beëindigde – affectieve relatie tussen M en V zijn twee (nu nog minderjarige) kinderen geboren. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij V. In onderling overleg hebben partijen de door M aan V te betalen kinderalimentatie vastgesteld op € 225 per kind per maand. V verzoekt de rechtbank de door M […]

Alimentatie en zwarte inkomsten

M en V zijn in 2012 met elkaar getrouwd. Uit het huwelijk zijn drie (nu nog minderjarige) kinderen geboren. M is zelfstandig ondernemer en exploiteert een coffeeshop. In 2019 gaan partijen feitelijk uiteen. De kinderen wonen bij V. In het kader van de lopende echtscheidingsprocedure verzoekt V de rechtbank de door M aan haar te […]

Ontruiming nalatenschapswoning door erfgenamen

Moeder en zus van erflater zijn erfgenamen in diens nalatenschap. Tot de nalatenschap behoort een bedrijfsruimte en een bovengelegen woning waar erflater samenwoonde met gedaagde, met wie hij een affectieve relatie onderhield. Moeder en zus hebben gedaagde kenbaar gemaakt de bedrijfsruimte en de woning te willen verkopen en hebben gedaagde verzocht de woning te verlaten.

Vaststelling kinderalimentatie overeenkomstig ouderschapsplan

Uit de affectieve relatie tussen M en V is in 2010 zoon Z geboren. In 2018 beëindigen partijen hun relatie en samenwoning. Z heeft zijn hoofdverblijfplaats bij V. In het door hen in 2018 ondertekende ouderschapsplan hebben partijen de door M aan V te betalen kinderalimentatie vastgesteld op € 300 per maand.

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden met finaal ‘alsof’ verrekenbeding

M en V zijn in 1976 met elkaar gehuwd op huwelijkse voorwaarden, waarvan artikel 9 luidt: ‘Ingeval het huwelijk wordt ontbonden (…), vindt er verrekening van hun vermogens plaats zo, dat ieder van de partijen gerechtigd is tot een waarde gelijk aan die, waartoe hij gerechtigd zou zijn indien tussen de echtgenoten de algehele gemeenschap […]

Belegging in bitcoins loopt uit de hand

M en V zijn in 2005 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. In 2019 gaan zij feitelijk uiteen. Inmiddels bevindt de echtscheidingsprocedure zich in de eindfase en is de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aan de orde. Tijdens het huwelijk heeft M eigenhandig gemeenschappelijk vermogen (spaargeld) aangewend voor beleggingen in bitcoins bij [naam]. Daarmee […]

Behoort spaarrekening minderjarig kind tot huwelijksgemeenschap ouders?

M en V zijn in 2006 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Uit het huwelijk wordt in 2012 zoon Z geboren, over wie zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. Op 22 april 2015 openen partijen een spaarrekening voor Z, op 1 mei 2015 gaan zij feitelijk uiteen. In 2016 wordt hun huwelijk door echtscheiding […]

Man moet zich binnen drie dagen laten uitschrijven

M en V zijn in 2018 met elkaar gehuwd. Uit het huwelijk is in 2019 kind K geboren. Het gezin woont in een huurhuis. Inmiddels zijn partijen in een echtscheidingsprocedure verwikkeld. Bij beschikking voorlopige voorzieningen heeft de rechtbank onder meer V bij uitsluiting gerechtigd tot het gebruik van de echtelijke huurwoning, met bevel dat M […]